Wat gebeurt er als je een steen in azijnwater legt?

Wanneer je een steen in azijnwater legt, vindt er een chemische reactie plaats tussen de azijn (azijnzuur) en de mineralen in de steen. Bij deze reactie ontstaat kooldioxidegas, dat opborrelt en uit het water ontsnapt. De hoeveelheid geproduceerde kooldioxide is afhankelijk van het soort gesteente en de concentratie van de azijn.

Sommige gesteenten, zoals kalksteen en marmer, bevatten veel calciumcarbonaat. Wanneer deze stenen in azijnwater worden geplaatst, reageert het azijnzuur met het calciumcarbonaat om calciumacetaat en kooldioxidegas te produceren. Het calciumacetaat lost op in het water, terwijl het kooldioxidegas opborrelt en ontsnapt.

Andere rotsen, zoals graniet en zandsteen, bevatten niet zoveel calciumcarbonaat. Wanneer deze stenen in azijnwater worden geplaatst, reageert het azijnzuur met de andere mineralen in het gesteente om verschillende producten te produceren. Wanneer graniet bijvoorbeeld in azijnwater wordt geplaatst, reageert het azijnzuur met de veldspaatmineralen in het gesteente om aluminiumacetaat en kooldioxidegas te produceren.

De reactie tussen azijn en stenen kan er ook voor zorgen dat de steen van kleur verandert. Wanneer kalksteen bijvoorbeeld in azijnwater wordt geplaatst, verandert het gesteente van wit in bruin. Deze kleurverandering is te wijten aan de vorming van ijzeroxide, een roodbruine verbinding.

De reactie tussen azijn en stenen kan ook worden gebruikt om oppervlakken schoon te maken. Azijn kan bijvoorbeeld worden gebruikt om kalkaanslag uit gootstenen en kranen te verwijderen. Om dit te doen, giet je eenvoudig azijn op het oppervlak en laat je het een paar minuten staan. Het azijnzuur in de azijn lost de kalkaanslag op, die vervolgens met een doek kan worden weggeveegd.