Wat is het eiwitgemiddelde op maïskuilvoer?

Kuilgras heeft doorgaans een ruw eiwitgehalte (CP) variërend van 6% tot 10%, met een gemiddelde van ongeveer 8%. Het eiwitgehalte van maïskuilvoer kan echter variëren afhankelijk van verschillende factoren, waaronder maïsvariëteit, groeiomstandigheden, oogsttijd en opslagpraktijken.

Vroeg geoogst kuilvoer heeft doorgaans een hoger eiwitgehalte dan laat geoogst kuilvoer. Dit komt omdat onrijpe maïsplanten hogere niveaus van in water oplosbare eiwitten en lagere niveaus van vezels bevatten. Daarnaast kunnen goede groeiomstandigheden, zoals voldoende vocht- en stikstofbeschikbaarheid, bijdragen aan een hoger eiwitgehalte in de maïskuil.

Het is belangrijk op te merken dat het eiwitgemiddelde van maïskuilvoer ook kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van niet-eiwitstikstofverbindingen (NPN), die niet direct bruikbaar zijn voor dieren. Deze verbindingen kunnen bijdragen aan het totale stikstofgehalte, maar zijn niet verteerbaar en leveren geen essentiële aminozuren.

Om een ​​accuraat beeld te krijgen van het eiwitgehalte in kuilgras is het aan te raden dit door een gerenommeerd laboratorium te laten analyseren met daarvoor geschikte methoden, zoals de Kjeldahl-methode of nabij-infraroodspectroscopie (NIRS). Dit levert een betrouwbare schatting op van de hoeveelheid eiwit die beschikbaar is voor de dieren die de maïskuil consumeren.