Hoe weet je of iets een groente of fruit is?

Er zijn verschillende manieren om onderscheid te maken tussen fruit en groenten, maar de meest gebruikelijke manier is door naar de voortplantingsstructuur van de plant te kijken.

- Vruchten zijn doorgaans de vlezige of sappige delen van een plant die na de bevruchting uit de eierstok van de bloem ontstaan. Ze bevatten zaden en zijn meestal zoet of zuur. Voorbeelden van fruit zijn appels, sinaasappels, bananen en tomaten.

- Groenten daarentegen zijn de bladeren, stengels, wortels of andere plantendelen die als voedsel worden gebruikt. Ze zijn meestal niet zo zoet als fruit en kunnen rauw of gekookt worden gegeten. Voorbeelden van groenten zijn sla, wortelen, broccoli en aardappelen.

Hier is een tabel met een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen fruit en groenten:

| Kenmerkend | Vruchten | Groente |

|---|---|---|

|Reproductieve structuur| Eierstok van een bloem| Elk plantendeel|

|Smaak| Typisch zoet of zuur| Meestal niet zoet|

|Kleur| Varieert, maar vaak helder| Varieert, maar vaak groen|

|Textuur| Varieert, maar vaak sappig of vlezig| Varieert, maar vaak stevig|

|Voedingswaarde| Rijk aan vitaminen en mineralen| Rijk aan vezels en voedingsstoffen|

Het is belangrijk op te merken dat er enkele uitzonderingen op deze regels bestaan. Sommige soorten fruit, zoals avocado's, hebben bijvoorbeeld een hoog vetgehalte en zijn niet zo zoet als ander fruit. En sommige groenten, zoals rabarber, kun je rauw eten en hebben een zure smaak.