Wat zijn delen van een planttarwe?

1. Wortels: De wortels van een tarweplant zijn vezelig en uitgebreid, waardoor de plant in de grond wordt verankerd en water en voedingsstoffen worden opgenomen.

2. Stam: De stengel van een tarweplant wordt een halm genoemd. Het is hol en verbonden en kan enkele meters hoog worden.

3. Bladeren: De bladeren van een tarweplant zijn lang en smal, met een spitse punt. Ze zijn afwisselend op de stengel aangebracht en hebben een parallel nerfpatroon.

4. Spike: De aar is de bloeiende kop van een tarweplant. Het bevindt zich aan de bovenkant van de halm en bestaat uit een reeks aartjes die langs een centrale as zijn gerangschikt.

5. Aartje: Een aartje is een kleine, compacte bloemtros. Elk aartje bevat twee tot vijf roosjes, dit zijn de individuele bloemen van de tarweplant.

6. Bloem: Een bloem bestaat uit een lemma, een palea en een bloem. Het lemma en de palea zijn twee schutbladen die de bloem omsluiten. De bloem heeft drie meeldraden en één stamper.

7. Graan: De korrel van een tarweplant is het volwassen zaad. Het is een kleine, harde en eetbare pit die wordt gebruikt om meel, brood, pasta en andere voedingsproducten te maken.