Hoe heeft de mens meel ontdekt?

De geschiedenis van meel gaat terug tot de vroegste dagen van de menselijke beschaving. Al in 10.000 voor Christus maalden mensen granen tot meel om er brood en andere voedselproducten van te maken. Het eerste meel werd waarschijnlijk gemaakt van wilde granen, zoals tarwe, gerst en haver, die werden verzameld en vervolgens gemalen met behulp van eenvoudige stenen werktuigen. In de loop van de tijd, toen mensen steeds geavanceerdere landbouwtechnieken ontwikkelden, begonnen ze granen te verbouwen speciaal voor het maken van meel.

Het vroegste bewijs van de meelproductie komt uit het Midden-Oosten, waar al in 9000 voor Christus tarwe en gerst werden verbouwd. Rond 5000 voor Christus was brood gemaakt van tarwemeel een hoofdvoedsel in veel delen van het Midden-Oosten en Europa. In China werd rijstmeel al in 5000 voor Christus gebruikt om noedels en dumplings te maken. In Amerika werd maïsmeel al in 3000 voor Christus door de Azteken en Maya's gebruikt om tortilla's en andere voedselproducten te maken.

De ontwikkeling van de meelmaaltechnologie speelde een belangrijke rol in de verspreiding van meel en de opkomst van de menselijke beschaving. Vroeger werd het meel met de hand gemalen met een eenvoudige vijzel en stamper. Later werden wateraangedreven molens ontwikkeld, die het mogelijk maakten om meel sneller en efficiënter te malen. Dit leidde tot een dramatische toename van de productie van meel en maakte het mogelijk dat brood en ander voedsel op basis van meel een hoofdbestanddeel van het menselijke dieet werd.

Tegenwoordig wordt meel gebruikt om een ​​grote verscheidenheid aan voedingsproducten te maken, waaronder brood, pasta, koekjes, cakes en gebak. Het wordt ook gebruikt als verdikkingsmiddel in soepen en sauzen. Tarwemeel is de meest voorkomende bloemsoort, maar er zijn ook andere soorten meel verkrijgbaar, zoals rijstmeel, maïsmeel en havermeel.