Waar kunnen de ANZAC-koekjes op gebaseerd zijn?

Het ANZAC-koekje is een zoet koekje gemaakt met havermout, bloem, suiker, boter (of olie), gouden siroop (of stroop), bakpoeder en kokend water. Er wordt aangenomen dat het koekje voor het eerst werd gemaakt door Australische vrouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog als een manier om lekkernijen te sturen naar hun echtgenoten en zonen die in het buitenland vochten. Er werd voor de koekjes gekozen omdat ze gemakkelijk te maken en draagbaar waren en niet snel bederven.

Er zijn een paar verschillende theorieën over de oorsprong van het ANZAC-koekje. Eén theorie is dat de koekjes geïnspireerd zijn door een soortgelijke Schotse haverkoek. Een andere theorie is dat de koekjes gebaseerd waren op een recept voor "Anzac-wafels" dat in 1915 in een Australische krant werd gepubliceerd.

Wat hun oorsprong ook is, ANZAC-koekjes zijn een symbool geworden van de Australische en Nieuw-Zeelandse cultuur. Ze worden vaak geserveerd tijdens ANZAC Day-ceremonies en zijn het hele jaar door een populaire traktatie.

Hieronder volgt een recept voor het maken van ANZAC-koekjes:

Ingrediënten:

- 1 kop gerolde haver

- 1 kop bloem voor alle doeleinden

- 1/2 kopje suiker

- 1/4 kopje boter (of olie)

- 1/4 kop gouden siroop (of stroop)

- 1 theelepel zuiveringszout

- 1/2 kopje kokend water

Instructies:

- Verwarm de oven voor op 175°C.

- Bekleed een bakplaat met bakpapier.

- Meng de havermout, bloem, suiker, boter, gouden siroop en bakpoeder in een grote kom.

- Roer het kokende water erdoor tot er een deeg ontstaat.

- Rol balletjes van het deeg en plaats ze op de voorbereide bakplaat, met een onderlinge afstand van ongeveer 5 cm.

- Maak de balletjes plat met een vork.

- Bak gedurende 10-12 minuten, of tot de koekjes goudbruin zijn.

- Laat een paar minuten afkoelen op de bakplaat voordat je het op een rooster legt om volledig af te koelen.

ANZAC-koekjes smaken het lekkerst bij een kopje thee of koffie. Ze zijn ook heerlijk met ijs of custard.