Hoe kwam JJ Thomson aan het pruimenpuddingmodel?

Kathodestralen

Aan het einde van de 19e eeuw experimenteerden wetenschappers met kathodestralen - elektronenstromen die worden uitgezonden door de negatieve pool (kathode) van een hoogspanningsvacuümbuis. JJ Thomson, een Britse natuurkundige, voerde in 1897 een reeks experimenten uit met kathodestralen. Hij ontdekte dat kathodestralen konden worden afgebogen door elektrische en magnetische velden, en hij berekende dat de massa van een kathodestraaldeeltje (dat hij een elektron noemde) was ongeveer 1/1800 van de massa van een waterstofatoom.

Pruimenpuddingmodel

Thomsons experimenten brachten hem ertoe een model van het atoom voor te stellen dat hij het 'pruimenpuddingmodel' noemde. In dit model werd het atoom voorgesteld als een positief geladen bol met negatief geladen elektronen erin ingebed, zoals pruimen in een pudding. Men dacht dat de positieve lading gelijkmatig over het atoom was verdeeld, en dat de elektronen in ringen rond de kern waren gerangschikt.

Het pruimenpuddingmodel was een belangrijke stap voorwaarts in ons begrip van het atoom, maar werd uiteindelijk vervangen door het nauwkeurigere Bohr-model, dat in 1913 door Niels Bohr werd voorgesteld.