Wat is het Arctische klimaat?

Het Arctische klimaat wordt gekenmerkt door lange, koude winters en korte, koele zomers. De gemiddelde temperatuur in januari is -34 graden Celsius (-29 graden Fahrenheit) en de gemiddelde temperatuur in juli is 10 graden Celsius (50 graden Fahrenheit). Het noordpoolgebied is de koudste plek op aarde en ook een van de droogste. De gemiddelde jaarlijkse neerslag bedraagt ​​slechts ongeveer 10 centimeter (4 inch).

Het Arctische klimaat wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder de rotatie van de aarde, de kanteling van de aardas en de aanwezigheid van de poolijskappen. De rotatie van de aarde creëert het Coriolis-effect, een kracht die wind en oceaanstromingen naar rechts afbuigt op het noordelijk halfrond en naar links op het zuidelijk halfrond. Het Coriolis-effect helpt bij het creëren van de karakteristieke windpatronen van het Noordpoolgebied, die bekend staan ​​als de poolwinden in het oosten.

De kanteling van de aardas zorgt ervoor dat het noordpoolgebied in de winter lange perioden van duisternis ervaart en in de zomer lange perioden van daglicht. Het Noordpoolgebied ervaart ongeveer 24 uur duisternis per dag tijdens de winterzonnewende, en ongeveer 24 uur daglicht per dag tijdens de zomerzonnewende.

De aanwezigheid van de poolijskappen heeft ook invloed op het Arctische klimaat. De ijskappen reflecteren zonlicht terug de ruimte in, wat helpt om het noordpoolgebied koel te houden. De ijskappen laten ook koude lucht vrij in de atmosfeer, wat verder bijdraagt ​​aan het koude klimaat in het Noordpoolgebied.

Het Arctische klimaat verandert snel als gevolg van de klimaatverandering. De gemiddelde temperatuur in het Noordpoolgebied is sinds het einde van de 19e eeuw met ongeveer 2 graden Celsius (3,6 graden Fahrenheit) gestegen. Deze opwarmingstrend zorgt ervoor dat de ijskappen in het Noordpoolgebied smelten, wat een aantal negatieve gevolgen heeft voor het Arctische ecosysteem.