Doodt warme of koude temperaturen bacteriën?

Bacteriën kunnen worden gedood door zowel hoge als lage temperaturen. Hoge temperaturen, doorgaans boven de 60°C (140°F), kunnen eiwitten denatureren en de structuur en functie van bacteriën verstoren, waardoor ze afsterven. Dit is het principe achter pasteurisatie, een proces dat wordt gebruikt om schadelijke bacteriën in melk en andere dranken te doden door ze gedurende een korte periode tot hoge temperaturen te verwarmen.

Aan de andere kant kunnen extreem koude temperaturen, zoals temperaturen onder het vriespunt (0°C of 32°F), ook dodelijk zijn voor bacteriën. Wanneer de temperatuur onder het vriespunt daalt, vormt het water in de bacteriecellen ijskristallen, die cellulaire componenten kunnen beschadigen en metabolische processen kunnen verstoren. Dit kan uiteindelijk leiden tot de dood van de bacterie. Het is echter vermeldenswaard dat sommige bacteriën, bekend als psychrofiele of psychrotrofe bacteriën, goed zijn aangepast aan koude omgevingen en kunnen overleven en zelfs kunnen groeien bij lage temperaturen.

Over het algemeen hangt de effectiviteit van temperatuur bij het doden van bacteriën af van verschillende factoren, waaronder het specifieke type bacterie, het temperatuurbereik en de duur van de blootstelling. Verschillende bacteriën hebben een verschillende mate van hitte- en koudetolerantie, en de tijd die nodig is om ze te doden kan variëren. Daarom worden specifieke temperatuurbereiken en blootstellingstijden vaak bepaald op basis van de doelbacteriën en het gewenste niveau van desinfectie of sterilisatie.