Waarom gaat bevroren voedsel langer mee dan bewaard op kamertemperatuur?

Het invriezen van voedsel vertraagt ​​de groei van bacteriën en andere micro-organismen die bederf veroorzaken aanzienlijk. Bij temperaturen onder het vriespunt bevriest het watergehalte van voedsel, waardoor ijskristallen worden gevormd die de beweging en activiteit van deze micro-organismen beperken. Dit brengt ze effectief in een rusttoestand, waardoor ze zich niet kunnen vermenigvuldigen en het voedsel kunnen bederven.

Wanneer voedsel daarentegen op kamertemperatuur wordt bewaard, hebben bacteriën gunstige omstandigheden voor groei en voortplanting. De warmte biedt een ideale omgeving voor hun metabolische activiteiten, waardoor ze zich snel kunnen vermenigvuldigen. Dit kan snel leiden tot voedselbederf, waardoor het onveilig wordt voor consumptie.

Door voedsel in te vriezen kunnen we de houdbaarheid ervan verlengen door de mate van bederf aanzienlijk te verminderen. Hierdoor kunnen we voedsel langer bewaren zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en veiligheid. Het is echter belangrijk op te merken dat bevriezing bacteriën niet volledig elimineert; het remt alleen hun groei. Zodra voedsel is ontdooid, kunnen de bacteriën weer actief worden. Het is dus essentieel om de juiste opslag- en hanteringspraktijken te volgen om de voedselveiligheid te behouden.