Wat gebeurt er als de boter in bladerdeegdeeg te koud is?

Als de boter tijdens het maken van bladerdeegdeeg te koud wordt, kan dit later voor problemen zorgen. Als de boter te koud is, is het moeilijker om hem in het deeg te verwerken en kan het gebeuren dat er kleine klontjes ontstaan ​​die later niet goed combineren met het omringende deeg. Dit kan leiden tot een deeg dat schilferig en ongelijkmatig is, waarbij sommige delen taai zijn en andere drassig. Het deeg kan ook gevoeliger zijn voor breuk tijdens het rol- en vouwproces, omdat het niet zo soepel zal zijn als wanneer de boter correct in het deeg is geïntegreerd.

Om dit te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat u de boter vóór gebruik op de juiste consistentie brengt. De boter moet koud zijn, maar niet hard. Je zou er gemakkelijk je vinger in moeten kunnen drukken zonder dat het afbrokkelt, maar het mag niet zo zacht zijn dat het kleverig of plakkerig wordt. Als het te koud is, laat het dan een paar minuten op kamertemperatuur staan ​​voordat u het gebruikt.