Welke hypothese kan ik gebruiken om ervoor te zorgen dat zout sneller in water oplost dan zuiveringszout?

Hypothese:

Als het oppervlak van zout wordt vergroot, zal de snelheid waarmee het in water oplost toenemen.

Redenering:

De oplossnelheid wordt beïnvloed door het oppervlak van de opgeloste stof dat aan het oplosmiddel wordt blootgesteld. Door het oppervlak van zout te vergroten, zullen meer zoutdeeltjes in contact komen met watermoleculen, waardoor een snellere oplossing mogelijk is. Zuiveringszout heeft een grotere deeltjesgrootte vergeleken met zout, waardoor het een kleiner oppervlak heeft. Daarom wordt verwacht dat zout sneller oplost dan zuiveringszout in water.