Hoe karnemelk maken?

Om karnemelk te maken, heb je nodig:

Verse melk (volle melk of 2% melk werkt het beste)

Een startercultuur (karnemelk, yoghurt of een kefircultuur)

Een warme plaats om de melk te laten gisten (tussen 22-23°C)

Een glazen of plastic pot met deksel

Instructies:

Verwarm de melk:Verwarm de melk in een pan op middelhoog vuur tot een temperatuur van 30-31°C (86-88°F). Dit is de ideale temperatuur voor de bacteriën om te groeien.

Koel de melk af:Haal de pan van het vuur en laat de melk afkoelen tot 22-25°C. Dit is de optimale temperatuur voor de bacteriën om de melk te fermenteren.

Voeg de startercultuur toe:Zodra de melk is afgekoeld, voeg je 1/4 kopje karnemelk, yoghurt of kefir toe aan de melk. Roer goed om te combineren.

Laat het gisten:Dek de pot af met het deksel en plaats hem op een warme plaats (tussen 22-24°C) gedurende 12-24 uur. De fermentatietijd is afhankelijk van de temperatuur en het gebruikte type startercultuur.

Controleer op gaarheid:Controleer na 12 uur de karnemelk door hem te proeven. Het moet een beetje pittig zijn en een dikke, romige consistentie hebben. Als het nog niet klaar is, laat het dan nog een paar uur verder fermenteren.

Bewaar de karnemelk:Zodra de karnemelk klaar is met gisten, bewaart u deze in de koelkast. Het blijft maximaal 2 weken houdbaar.

Tips voor het maken van karnemelk:

Gebruik verse melk van hoge kwaliteit voor het beste resultaat.

Zorg ervoor dat de startercultuur actief en vers is.

Houd de melk tijdens de gisting op de juiste temperatuur.

Laat de karnemelk niet te lang gisten, want dan wordt hij te zuur.

Karnemelk kan in allerlei recepten worden gebruikt, waaronder pannenkoeken, wafels, koekjes en saladedressings.