Waarom wordt de bodem van een koekenpan heet als je hem op het vuur zet?

Wanneer u een koekenpan op het fornuis plaatst, wordt de warmte van de brander door geleiding naar de pan overgebracht. Geleiding is de overdracht van warmte door direct contact tussen twee objecten. In dit geval brengt de brander warmte over naar de bodem van de pan. Het metaal van de pan geleidt de warmte goed, waardoor de warmte van de brander snel wordt overgebracht naar de rest van de pan. Daarom wordt de bodem van de koekenpan heet als je hem op het vuur zet.

De snelheid waarmee warmte door geleiding wordt overgedragen, hangt af van verschillende factoren, waaronder het temperatuurverschil tussen de twee objecten, het contactoppervlak tussen de twee objecten en de thermische geleidbaarheid van de betrokken materialen. In het geval van een koekenpan op een fornuis is het temperatuurverschil tussen de brander en de pan relatief hoog, is het contactoppervlak tussen de twee objecten groot en is de thermische geleidbaarheid van metaal relatief hoog. Dit alles draagt ​​ertoe bij dat de warmte zeer snel van de brander naar de pan wordt overgedragen.

De bodem van de koekenpan kan erg heet worden als deze op het fornuis staat, dus het is belangrijk om voorzichtig te zijn bij het hanteren ervan. Gebruik altijd ovenwanten of een pannenlap wanneer u de bodem van een hete koekenpan aanraakt.