Zijn gebakken bonen veilig om op te warmen voor een Australische commerciële keuken?

Volgens Food Standards Australia New Zealand (FSANZ) worden gebakken bonen beschouwd als een potentieel gevaarlijk voedsel (PHF) vanwege hun hoge vocht- en eiwitgehalte, wat de groei van schadelijke bacteriën kan ondersteunen. Daarom is het belangrijk om de juiste voedselveiligheidspraktijken te volgen bij het opwarmen van gebakken bonen in een commerciële keuken in Australië.

Hier zijn de richtlijnen van FSANZ voor het opwarmen van PHF's in commerciële keukens:

1. Snelle koeling: Na het koken moeten gebakken bonen snel worden afgekoeld tot een temperatuur van 5°C of lager, binnen twee uur. Dit kan worden bereikt door de bonen in een ondiepe bak te plaatsen en in de koelkast te bewaren, of door een ijswaterbad te gebruiken.

2. Koele opslag: Gekoelde gebakken bonen moeten in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur van 5°C of lager totdat ze klaar zijn om opnieuw te worden verwarmd.

3. Opwarmen: Bij het opwarmen van gebakken bonen dienen deze opgewarmd te worden tot een kerntemperatuur van 75°C of hoger. Dit kan worden gedaan in een conventionele oven, magnetron of op de kookplaat. Zorg ervoor dat u de bonen tijdens het opwarmen goed roert om een ​​gelijkmatige verwarming te garanderen.

4. Koeling en opslag: Als de gebakken bonen na het opwarmen niet onmiddellijk worden geconsumeerd, moeten ze snel worden afgekoeld en in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur van 5°C of lager.

5. Opwarmlimiet: Gebakken bonen mogen slechts één keer worden opgewarmd. Vermijd het meerdere keren opwarmen van restjes, omdat dit het risico op bacteriegroei vergroot.

6. HACCP-plan: Commerciële keukens moeten beschikken over een Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)-plan waarin de specifieke procedures voor het opwarmen van PHF’s, zoals gebakken bonen, worden behandeld om de voedselveiligheid te garanderen.

Het volgen van deze richtlijnen zal de veiligheid van opgewarmde gebakken bonen in een Australische commerciële keuken helpen garanderen, waardoor het risico op door voedsel overgedragen ziekten wordt verminderd.