Een student giet gelijke hoeveelheden waterahornsiroop en bakolie in een bekerglas en kijkt hoe de lagen bezinken. Welke vloeistoffen zijn waarschijnlijk te vergelijken?

De student vergelijkt hoogstwaarschijnlijk de dichtheid van de vloeistoffen. Dichtheid is een maatstaf voor massa per volume-eenheid, dus het vertelt ons hoe zwaar een vloeistof is voor zijn grootte. De dichtere vloeistof zal naar de bodem van de beker zinken, terwijl de minder dichte vloeistof er bovenop zal drijven. In dit geval zinken de ahornsiroop en de bakolie naar de bodem van het bekerglas, terwijl het water bovenop blijft drijven.