Wat gebeurt er met uw voedsel als het de maag binnendringt en de dikke darm bereikt?

Wanneer voedsel de maag binnenkomt, ondergaat het verschillende processen terwijl het door het spijsverteringsstelsel beweegt totdat het de dikke darm bereikt. Hier is een samenvatting van wat er gebeurt:

Maag:

1. Mechanische spijsvertering :De maagspieren trekken samen en ontspannen, waardoor het voedsel fysiek in kleinere stukjes wordt afgebroken.

2. Zuurachtige omgeving :De maag produceert zoutzuur en enzymen zoals pepsine, die eiwitten beginnen af ​​te breken en de chemische vertering op gang brengen.

3. Mixen en karnen :De maagspieren blijven het voedsel mengen en karnen, waardoor het verder wordt afgebroken en gemengd met spijsverteringssappen.

4. Chyme-formatie :Het gedeeltelijk verteerde voedsel, nu chymus genoemd, beweegt zich richting de dunne darm.

Dunne darm:

1. Chemische vertering :De dunne darm is de belangrijkste plaats voor chemische vertering. Enzymen uit de alvleesklier en gal uit de lever helpen koolhydraten, vetten en eiwitten af ​​te breken tot eenvoudigere moleculen.

2. Opname van voedingsstoffen :De dunne darm heeft kleine vingerachtige uitsteeksels, villi en microvilli genaamd, die het oppervlak vergroten voor een efficiënte opname van voedingsstoffen. Verschillende voedingsstoffen, waaronder koolhydraten, vetten, eiwitten, vitamines en mineralen, worden via de villi in de bloedbaan opgenomen.

3. Vertering van koolhydraten: Koolhydraten worden afgebroken tot eenvoudige suikers zoals glucose, fructose en galactose.

4. Vertering van vetten :Vetten worden afgebroken tot vetzuren en glycerol.

5. Vertering van eiwitten :Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren.

Grote darm (dikke darm):

1. Wateropname :De dikke darm absorbeert water uit de resterende chymus, waardoor het in ontlasting stolt.

2. Gisting :Bacteriën die zich in de dikke darm bevinden, fermenteren onverteerde koolhydraten en produceren gassen zoals methaan, waterstof en koolstofdioxide.

3. Elektrolytabsorptie :De dikke darm absorbeert elektrolyten, zoals natrium en kalium.

4. Ontlastingsvorming :Het afvalmateriaal, nu in vaste vorm, beweegt langzaam door de dikke darm en wordt uiteindelijk tijdens de ontlasting als ontlasting geëlimineerd.

Gedurende het hele proces stuwen de ritmische spiersamentrekkingen, bekend als peristaltiek, het voedsel langs het spijsverteringskanaal, waardoor de juiste beweging en vertering wordt verzekerd.