Hoe komen tweekleppige dieren aan voedsel?

Tweekleppige dieren zijn een groep ongewervelde waterdieren, waaronder kokkels, mosselen, oesters en sint-jakobsschelpen. Het zijn suspensievoeders, wat betekent dat ze voedsel verkrijgen door deeltjes uit het water te filteren.

Tweekleppige dieren hebben twee schelpen die scharnierend aan elkaar zijn bevestigd. De schelpen zijn bekleed met een mantel, een dunne laag weefsel. De mantel bevat cilia, kleine haartjes die in een golfachtige beweging bewegen. De trilharen helpen een waterstroom te creëren die door de schelpen stroomt.

Terwijl het water door de schelpen stroomt, filtert de mantel voedseldeeltjes eruit. De voedseldeeltjes worden vervolgens naar de mond geleid, die zich aan de voorkant van het lichaam bevindt.

Tweekleppige dieren voeden zich met een verscheidenheid aan voedseldeeltjes, waaronder algen, plankton en afval. Detritus is organisch materiaal dat door bacteriën is afgebroken.

Tweekleppige dieren spelen een belangrijke rol in het mariene ecosysteem. Ze helpen het water schoon te maken door verontreinigende stoffen eruit te filteren en zorgen voor voedsel voor andere dieren, zoals vissen, vogels en zeezoogdieren.