Toen ijs werd uitgevonden?

IJs, in zijn vroegste vormen, gaat terug tot de oudheid. Er wordt aangenomen dat Alexander de Grote rond 400 voor Christus heeft genoten van zijn fruitsorbet, gemaakt door druivensap en honing in een sneeuwkuil te bevriezen. In China heeft ijs wortels die teruggaan tot de Shang-dynastie in 1750 voor Christus, waar een delicatesse werd geproduceerd die bekend staat als "ijsnoedels".

Als we vooruitgaan in de tijd, verschijnen de eerste bewijzen van ijs gemaakt met melk en suiker in historische teksten uit de 13e eeuw in Mughal India. Aangenomen wordt dat een vroege vorm van Kulfi, een traditioneel bevroren dessert, is gemaakt door gezoete melk te mengen met kruiden, noten en fruit en dit in te vriezen in metalen containers ondergedompeld in ijs.

In de 16e eeuw documenteerde de Italiaanse polymath Bernardino de Sahagún een drinkbaar ijs op basis van maïs, tlascalli genaamd, in het Azteekse rijk. Later bracht de beruchte ontdekkingsreiziger Hernán Cortés enkele Azteekse cacaorecepten mee naar Spanje, waaronder mogelijk een drankje dat op chocoladesorbet leek.

Gedurende de 17e eeuw wonnen ijssnoepjes en sorbets aan populariteit in Europa, vooral onder de rijke en adellijke klassen. Koffiehuiseigenaren in Londen en continentaal Europa experimenteerden met koude en verfrissende drankjes, waarbij ze geschaafd ijs mengden met wijnen en smaken als citroen, kaneel en vanille. Gedurende deze tijd bleef Italië een centrum voor ijs, terwijl verschillende Italiaanse immigranten de kunst van het maken van gelato naar verschillende uithoeken van de wereld verspreidden.

In de 18e eeuw werd ijs een populair dessert in de Amerikaanse koloniën. Koloniale koks gebruikten ijsboxen geïsoleerd met stro om het ijs op te slaan dat tijdens de wintermaanden uit vijvers en rivieren werd geoogst. In de Verenigde Staten zag in het begin van de 19e eeuw de eerste ijsproductie op commerciële schaal van start gaan, waarbij opmerkelijke figuren als Jacob Fussell en Dolley Madison bijdroegen aan de bekendheid ervan.

In de tweede helft van de 19e eeuw zorgden technologische innovaties zoals gekoelde scheepvaart en de integratie van ijsmachines in huishoudens ervoor dat ijs breder toegankelijk werd. De uitvinding van het ijshoorntje door Ernest Hamwi tijdens de Wereldtentoonstelling van 1904 speelde een belangrijke rol bij het populair maken van ijs als een gemakkelijke traktatie voor de massa.

Hedendaags ijs is verkrijgbaar in een scala aan smaken, variaties en formaten, van eenvoudige bolletjes en hoorntjes tot uitgebreide ijscoupes, praalwagens en gebakjes. Het blijft een wereldwijd gewaardeerde delicatesse die vreugde en verfrissing brengt voor mensen van alle leeftijden en achtergronden.