Vóór de 19e eeuw werd chocolade geconsumeerd in de vorm van een?

Vóór de 19e eeuw werd chocolade geconsumeerd als drank, in plaats van in de vaste vorm die we vandaag de dag kennen. Het vroegste bewijs van chocoladeconsumptie dateert uit de Olmeken-beschaving in Meso-Amerika, die een opgeschuimde drank bereidde van cacaobonen gemengd met water en andere ingrediënten zoals chilipepers en honing. Deze drank werd als heilig beschouwd en werd vaak gebruikt bij religieuze ceremonies.

In de loop van de tijd verspreidde chocolade zich naar andere culturen in Midden-Amerika en uiteindelijk naar Europa. In de 16e eeuw introduceerden Spaanse ontdekkingsreizigers chocolade in de rest van de wereld, en het werd al snel een populair luxedrankje onder de hogere klassen. Het werd echter nog steeds voornamelijk als drank geconsumeerd, vaak op smaak gebracht met kruiden zoals kaneel of vanille.

De uitvinding van de chocoladepers in de 19e eeuw bracht een revolutie teweeg in de chocoladeproductie, waardoor cacaoboter kon worden verwijderd en pure chocolade kon worden gemaakt. Dit leidde tot de ontwikkeling van verschillende chocoladelekkernijen, waaronder repen, chocoladetaarten en andere desserts. Naarmate chocolade betaalbaarder en toegankelijker werd, werd het steeds populairder en werd het de alomtegenwoordige lekkernij die we vandaag de dag kennen.