Waarom hebben sommige citroenen zaden en andere?

Citroenen vertonen, net als veel andere citrusvruchten, een fenomeen dat apomixis wordt genoemd, waarbij zaden zich ontwikkelen zonder de bevruchting van eitjes. Dit betekent dat de zaden in sommige citroenen in wezen klonen van de ouderboom zijn.

De aan- of afwezigheid van zaden in citroenen kan door verschillende factoren worden beïnvloed, waaronder:

Verscheidenheid Het is bekend dat bepaalde soorten citroenen een grotere kans hebben om zaden te produceren, terwijl andere meestal pitloos zijn. De rassen Lissabon en Eureka zijn bijvoorbeeld meestal pitloos, terwijl de Meyer-citroen vaak zaden heeft.

Bestuiving :In zeldzame gevallen kan kruisbestuiving tussen verschillende citrusvariëteiten of blootstelling aan extern stuifmeel leiden tot de ontwikkeling van zaden in citroenen die doorgaans pitloos zijn.

Omgevingsomstandigheden :Omgevingsfactoren, zoals temperatuur, licht en beschikbaarheid van voedingsstoffen, kunnen ook de zaadontwikkeling in citroenen beïnvloeden. Extreme hitte of droogtestress kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een citroenboom meer gezaaid fruit produceert.

Leeftijd van de boom :De leeftijd van de citroenboom kan de zaadontwikkeling beïnvloeden. Jongere bomen produceren doorgaans minder gezaaid fruit in vergelijking met oudere, volwassen bomen.

Het is vermeldenswaard dat hoewel sommige citroenen pitloos zijn, dit niet noodzakelijkerwijs hun oorsprong door genetische modificatie garandeert. Pitloze citrusvariëteiten kunnen van nature voorkomen als gevolg van specifieke genetische mutaties of door selectieve veredelings- en vermeerderingsmethoden zonder genetische manipulatie.