Hoe gebruik je wodka in een zin?

1. De feestgangers dronken de hele nacht van wodkacocktails.

2. De barman goot een royale hoeveelheid wodka in de shake.

3. De man bestelde een dubbele wodka met ijs.

4. Meng het tomatensap, het citroensap en de wodka door elkaar.

5. Ze haalde een fles wodka uit de vriezer.

6. Ik wil graag een wodka-cranberry.

7. De gasten werden getrakteerd op een verscheidenheid aan drankjes op basis van wodka.

8. Het bedrijf produceert verschillende wodka-smaken, waaronder frambozen en citrusvruchten.

9. Voeg een scheutje wodka toe aan de saus voor extra smaak.