Waarom is distillatie nodig om sterke alcoholische dranken te maken?

Distillatie is nodig om sterke alcoholische dranken te maken, omdat hierdoor de concentratie van alcohol in een gefermenteerde drank mogelijk is. Tijdens de gisting zet gist suikers uit granen, fruit of andere bronnen om in alcohol. Het alcoholgehalte van gefermenteerde dranken is echter beperkt tot ongeveer 15% ABV (alcohol per volume) vanwege de eigen intolerantie van de gist voor alcohol.

Bij destillatie wordt de gefermenteerde drank verwarmd tot een temperatuur waarbij de alcohol verdampt, waarna de damp wordt gecondenseerd en weer in vloeibare vorm wordt verzameld. Door de alcohol selectief te verdampen en te condenseren, is het mogelijk het alcoholgehalte van het resulterende destillaat te verhogen tot ver buiten de grenzen van de fermentatie. Deze hogere alcoholconcentratie is kenmerkend voor sterke alcoholische dranken.

Whisky, wodka, rum en gin worden bijvoorbeeld allemaal geproduceerd door middel van distillatie, met een alcoholgehalte variërend van ongeveer 40% ABV tot meer dan 50% ABV. Distillatie maakt ook de scheiding en concentratie van specifieke smaakstoffen en aroma's mogelijk, waardoor de smaak en kwaliteit van het eindproduct worden beïnvloed.