Hoe gebruik je soufflé in een zin?

Hier zijn enkele voorbeeldzinnen waarin het woord "soufflé" wordt gebruikt:

- Ze maakten een chocoladesoufflé als dessert.

- De soufflé is prachtig gerezen in de oven.

- De soufflé viel toen ze de ovendeur opendeed.

- Ze serveerde de soufflé met een frambozencoulis.

- De souffl was licht en luchtig en smolt in onze mond.