Hoe reageerde Mohammed op de boodschappen van goden?

Hoe reageerde Mohammed op Gods boodschappen?

Het leven van de profeet Mohammed is rijk aan voorbeelden waarin hij goddelijke boodschappen van God ontving en hoe hij daarop reageerde. Hier zijn enkele belangrijke voorbeelden:

1. De eerste openbaring:

Mohammed was 40 jaar oud toen hij zijn eerste openbaring van God ontving terwijl hij mediteerde in een grot genaamd Hira aan de rand van Mekka. Hij ontmoette de engel Gabriël, die de boodschap van God overbracht:"Lees in de naam van jouw Heer, die jou geschapen heeft. Hij schiep de mens uit een klontje bloed. Lees, en jouw Heer is de Meest Genereus. Hij leerde de mens met de pen, wat hij wist het niet." (Soera Al-Alaq, 96:1-5). Mohammed was diep ontroerd en voelde een diep gevoel van verantwoordelijkheid ten opzichte van de openbaring.

2. Angst en onzekerheid:

Na de eerste openbaring ervoer Mohammed een periode van twijfel en angst. Hij nam zijn vrouw Khadijah in vertrouwen, die hem onwankelbare steun verleende en hem aanmoedigde in zijn ervaring te geloven. Mohammed zocht vervolgens leiding bij een christelijke monnik, Waraqa ibn Nawfal, die hem verzekerde dat hij oprecht boodschappen van God ontving.

3. Openbare prediking:

Ondanks de aanvankelijke angst en tegenstand waarmee hij te maken kreeg, begon Mohammed publiekelijk de openbaringen te prediken die hij van God ontving. Hij riep zijn volk op om polytheïsme, afgodenaanbidding en sociale onrechtvaardigheden aan de kaak te stellen en het monotheïsme en een rechtvaardige samenleving te bevorderen.

4. Migratie naar Medina (Hijra):

Mohammed werd geconfronteerd met intense vervolging door de ongelovigen in Mekka. Als reactie daarop beval hij zijn volgelingen om in 622 na Christus naar de stad Medina te migreren (de gebeurtenis die bekend staat als de Hijra). Deze migratie demonstreerde Mohammeds toewijding om zijn gemeenschap te beschermen en de veiligheid van zijn volgelingen te garanderen.

5. De slag bij Badr:

In 624 na Christus vielen de Mekkanen Medina aan. Mohammed leidde zijn volgelingen naar hen toe in de Slag bij Badr, wat resulteerde in een belangrijke overwinning voor de moslims. Deze triomf versterkte het moreel van de moslimgemeenschap en diende als een keerpunt in hun strijd tegen hun tegenstanders.

6. Het Verdrag van Hudaybiyyah:

In 628 na Christus leidde Mohammed zijn volgelingen op een pelgrimstocht naar Mekka, maar de Mekkanen verhinderden hen de stad binnen te gaan. Na onderhandelingen werd een verdrag ondertekend tussen de moslims en de Mekkanen, bekend als het Verdrag van Hudaybiyyah. De voorwaarden van het verdrag waren voordelig voor de moslims en versterkten hun positie verder.

7. De afscheidsbedevaart:

In 632 na Christus ondernam Mohammed de afscheidsbedevaart naar Mekka, bekend als de hadj. Tijdens deze pelgrimstocht hield hij een preek waarin hij de principes en rituelen van de islam uiteenzette. De Afscheidsbedevaart werd bijgewoond door meer dan 124.000 moslims en diende als model voor daaropvolgende hadj-rituelen.

8. De laatste openbaring:

Mohammed ontving zijn laatste openbaring kort voor zijn dood in de vorm van de verzen van Surah An-Nasr (110) en Surah Al-Fath (48). Deze verzen luidden de triomf en het uiteindelijke succes van de islam in.

Gedurende zijn hele leven reageerde Mohammed op Gods boodschappen met onwankelbare toewijding, standvastigheid en een toewijding aan het verspreiden van de boodschap van de islam. Hij kreeg te maken met talloze uitdagingen, obstakels en tegenstand, maar bleef tot het einde gefocust op zijn missie.