Vissen houden het water via hun kieuwen in beweging?

Vissen ademen door water in hun mond te nemen en het over hun kieuwen te laten gaan, die zich aan weerszijden van hun hoofd bevinden. De kieuwen bestaan ​​uit dunne filamenten die bedekt zijn met kleine bloedvaten. Terwijl het water over de kieuwen stroomt, diffundeert zuurstof uit het water in de bloedvaten, terwijl koolstofdioxide uit het bloed in het water diffundeert. Dit proces van gasuitwisseling is essentieel voor de ademhaling van vissen.

De beweging van water over de kieuwen wordt gecreëerd door de mond en het operculum van de vis. De mond gaat open en dicht, waardoor water in de mond wordt gezogen en vervolgens via het operculum naar buiten wordt geperst. Het operculum is een huidflap die de kieuwen bedekt en helpt de waterstroom te sturen.

Sommige vissen, zoals haaien en roggen, hebben siphonen, dit zijn kleine openingen bij hun ogen die helpen water in de mond te zuigen. Andere vissen, zoals paling en prikken, hebben één neusgat dat ze gebruiken om water in hun mond te zuigen.

De snelheid waarmee vissen ademen varieert afhankelijk van de vissoort en de watertemperatuur. Over het algemeen ademen vissen in warm water sneller dan in koud water. Dit komt omdat het zuurstofgehalte van water afneemt naarmate de watertemperatuur stijgt.

Vissen moeten het water via hun kieuwen in beweging houden om te kunnen ademen. Als de waterstroom wordt onderbroken, stikt de vis. Daarom is het belangrijk om aquariumfilters schoon te houden en ervoor te zorgen dat er voldoende waterstroming is in vijvers en andere waterlichamen waar vissen leven.