Geef twee voorbeelden van de aanpassing die vissen moeten ondergaan aan het leven in water?

Twee voorbeelden van aanpassingen die vissen moeten ondergaan om in water te leven zijn:

1. Kieuwen: Vissen hebben kieuwen waarmee ze zuurstof uit het water kunnen halen. Kieuwen zijn dunne, gevederde structuren die zich aan de zijkanten van de kop van de vis bevinden. Water stroomt over de kieuwen en de zuurstof in het water wordt opgenomen in de bloedbaan van de vis.

2. Zwemblaas: Veel vissen hebben een zwemblaas, een met gas gevulde zak die hen helpt hun drijfvermogen onder controle te houden. De zwemblaas kan worden gevuld of geleegd met gas, waardoor de vis in het water kan stijgen of zinken.