Hoe sterven vissen door olie?

Vissen kunnen op verschillende manieren sterven door olielekken.

* Direct contact: Olie kan de kieuwen van vissen bedekken, waardoor ze niet meer kunnen ademen. Het kan ook de huid van vissen beschadigen, waardoor ze vatbaarder worden voor infecties.

* Inslikken: Vissen kunnen olie binnenkrijgen als ze zich voeden met vervuild water of prooien. Dit kan leiden tot een aantal gezondheidsproblemen, waaronder leverschade, nierfalen en reproductieve problemen.

* Vernietiging van habitat: Olielozingen kunnen vishabitats, zoals koraalriffen en mangrovebossen, beschadigen of vernietigen. Dit kan het voor vissen moeilijk maken om voedsel en onderdak te vinden, en kan ook leiden tot een grotere concurrentie om hulpbronnen.

* Langetermijneffecten: Olielozingen kunnen langetermijneffecten hebben op de vispopulaties, zelfs nadat de olie is opgeruimd. Olielozingen kunnen bijvoorbeeld veranderingen in het gedrag van vissen veroorzaken, zoals verminderde activiteit en het vermijden van bepaalde gebieden. Dit kan vissen kwetsbaarder maken voor roofdieren en ziekten.

Naast deze directe effecten kunnen olielekken ook indirecte effecten hebben op de vispopulaties. Olielozingen kunnen bijvoorbeeld de hoeveelheid zonlicht die het wateroppervlak bereikt verminderen, wat de groei van fytoplankton kan beïnvloeden. Fytoplankton is een belangrijke voedselbron voor veel vissen, dus een afname van fytoplankton kan leiden tot een afname van de vispopulaties.

De effecten van olielekken op vissen kunnen variëren afhankelijk van een aantal factoren, zoals het type olie, de hoeveelheid gemorste olie, de watertemperatuur en de vissoort. Sommige vissoorten zijn gevoeliger voor olielekken dan andere. Zalm en forel zijn bijvoorbeeld bijzonder gevoelig voor olievervuiling, terwijl soorten als tonijn en makreel resistenter zijn.