Hoe gebruik je het woord quiche in een zin?

1. De chef-kok bereidde een heerlijke quiche voor de gasten.

2. Vanochtend heb ik een quiche als ontbijt gegeten.

3. De quiche was gevuld met ham, kaas en groenten.

4. Ik geef de voorkeur aan quiche boven omeletten.

5. De quiche werd geserveerd met een salade.

6. Ik hou van de smaak van quiche bij een kopje koffie.

7. Quiche is een heerlijk gerecht voor de brunch.

8. Als ik naar een café ga, bestel ik altijd quiche.

9. Quiche is een veelzijdig gerecht dat met verschillende ingrediënten gemaakt kan worden.

10. Ik experimenteer graag met verschillende quicherecepten.