Wat is het weegschaalstelsel op een osteichthyes?

Het schubbensysteem op een osteichthyes varieert afhankelijk van de soort, maar dit zijn de belangrijkste soorten schubben die bij osteichthyes voorkomen:

Cycloïde schalen: Deze schubben zijn dun, flexibel en afgerond, met gladde randen. Meestal worden ze aangetroffen in beenvissen met zachte stralen, zoals zalm, forel en veel zoetwatersoorten.

Ctenoïde schubben: Deze schubben zijn ook dun en flexibel, maar in tegenstelling tot cycloïde schubben hebben ze kleine stekelige uitsteeksels of cteni langs hun achterste randen. Ctenoïde schubben worden aangetroffen in veel mariene beenvissen, waaronder zeebaars, bot en tonijn.

Ganoïde schubben: Ganoid-schubben zijn primitiever en worden vaak aangetroffen bij oude vissoorten, zoals gars, bowfins en sommige steuren. Ze zijn dik en stijf en bestaan ​​uit een laag bot bedekt met een laag glazuurachtig materiaal dat ganoine wordt genoemd.

Placoïde schubben: Deze schubben zijn uniek voor kraakbeenvissen, waaronder haaien, roggen en schaatsen. Placoïde schubben zijn klein en tandachtig, met een centrale pulpaholte. Ze zijn afgeleid van de tanden en kunnen worden aangepast om verdedigingsstekels te vormen, zoals bij pijlstaartroggen.

De weegschaal op een osteichthyes vervult verschillende essentiële functies:

Bescherming: Schubben bieden de vissen fysieke bescherming tegen roofdieren en verwondingen van buitenaf.

Lichaamsvorm en stroomlijning: Schubben helpen de lichaamsvorm van de vis te behouden, wat hun zwemefficiëntie en hydrodynamische eigenschappen beïnvloedt.

Sensatie: Weegschalen bevatten zenuwuiteinden waardoor vissen veranderingen in hun omgeving kunnen waarnemen, zoals waterstromingen en druk.

Kleuring: Schubben dragen bij aan de kleuring van de vis door licht te reflecteren en te breken, wat helpt bij camouflage, verkering en communicatie.

Sommige vissen, zoals schubloze paling en slijmprikken, hebben helemaal geen schubben. In deze gevallen hebben ze alternatieve beschermingsmechanismen ontwikkeld, zoals dikke slijmlagen, een taaie huid of gespecialiseerde huidstructuren.