Wat is contaminatie in onderzoek?

Contaminatie verwijst naar de ongewenste introductie van variabelen of invloeden in een onderzoek die de resultaten ongeldig kunnen maken of in gevaar kunnen brengen. Het kan in verschillende stadia van het onderzoeksproces voorkomen en verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het onderzoeksontwerp en de gebruikte methodologie. Hier zijn enkele veel voorkomende soorten besmettingen in onderzoek:

1. Contaminatie door deelnemers:Dit vindt plaats wanneer deelnemers aan een onderzoek voorkennis of ervaring hebben die hun reacties of gedrag beïnvloedt op manieren waarmee in het onderzoeksontwerp geen rekening wordt gehouden. In een onderzoek naar de effectiviteit van een nieuw medicijn kunnen deelnemers die eerder een soortgelijk medicijn hebben gebruikt, bijvoorbeeld bevooroordeelde percepties of ervaringen hebben die de resultaten beïnvloeden.

2. Contaminatie van experimentatoren:Dit gebeurt wanneer de verwachtingen, overtuigingen of gedragingen van de onderzoeker onbedoeld de reacties van de deelnemers of het onderzoeksproces beïnvloeden. Als een onderzoeker bijvoorbeeld overdreven enthousiast is over een bepaalde hypothese, kan hij/zij dit onbedoeld aan de deelnemers communiceren, wat tot bevooroordeelde reacties leidt.

3. Instrumentatiebesmetting:Dit verwijst naar de introductie van vooroordelen of fouten als gevolg van de instrumenten of tools die worden gebruikt bij het verzamelen van gegevens. Als er bijvoorbeeld een foutieve vragenlijst of meetschaal wordt gebruikt, kan dit leiden tot onnauwkeurige of misleidende gegevens.

4. Milieuverontreiniging:Dit doet zich voor wanneer externe factoren die geen verband houden met de onderzoeksvariabelen de onderzoeksresultaten beïnvloeden. Bij een veldexperiment kunnen bijvoorbeeld onverwachte weersomstandigheden of verstoringen in de omgeving de resultaten verstoren.

5. Gegevensbesmetting:dit omvat de introductie van fouten of inconsistenties in het gegevensverzamelings- of analyseproces. Dit kan gebeuren als gevolg van menselijke fouten, fouten bij het invoeren van gegevens of onjuiste statistische procedures, wat leidt tot vertekende of onnauwkeurige resultaten.

6. Selectiebesmetting:Dit gebeurt wanneer de selectie van deelnemers of steekproeven vooroordelen in het onderzoek introduceert. Als een onderzoek bijvoorbeeld afhankelijk is van zelfgekozen steekproeven (bijvoorbeeld vrijwilligers), is het mogelijk dat het de doelpopulatie niet nauwkeurig weergeeft, wat tot vertekende bevindingen leidt.

7. Historische besmetting:Dit verwijst naar de invloed van gebeurtenissen of ervaringen uit het verleden die van invloed kunnen zijn op de huidige onderzoeksdeelnemers of -resultaten. In longitudinale onderzoeken kunnen historische gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de dataverzamelingsgolven door, bijvoorbeeld van invloed zijn op de resultaten.

Het minimaliseren van besmetting is van cruciaal belang om de geldigheid en integriteit van onderzoeksresultaten te garanderen. Onderzoekers gebruiken verschillende strategieën om potentiële besmetting aan te pakken, zoals randomisatie, blindering (deelnemers en onderzoekers niet op de hoogte houden van groepsopdrachten), zorgvuldig experimenteel ontwerp, gegevenskwaliteitscontrole en rigoureuze procedures voor gegevensanalyse.