Hoe komt de kameel aan zijn voedsel?

De kameel heeft unieke aanpassingen waardoor hij kan overleven in zijn barre woestijnomgeving. Een van deze aanpassingen is een grote bult op zijn rug, die de dorsale bult wordt genoemd. Deze bult bestaat uit vetreserves die de kameel voorzien van een back-up energiebron. Wanneer de kameel perioden van schaars voedsel doormaakt, maakt hij gebruik van deze opgeslagen energie om gevoed te blijven. Bovendien kan de kameel een grote verscheidenheid aan plantaardig voedsel consumeren, zoals grassen, bladeren en fruit. Hij is ook in staat stekelige planten te eten die andere dieren vermijden vanwege hun scherpe doornen. Bovendien hebben kamelen gespecialiseerde verteringssystemen ontwikkeld waarmee ze deze taaie en grove plantaardige materialen efficiënt kunnen afbreken. Deze kenmerken spelen een cruciale rol bij het in stand houden van de kameel tijdens lange reizen in de woestijn, waar de voedselbronnen beperkt of ver weg zijn.