Definieer de basisterminologie die wordt gebruikt in de foodservice-industrie?

Voorgerecht: Een klein gerecht dat vóór het hoofdgerecht wordt geserveerd, vaak om de eetlust te stimuleren.

Drank: Elke drank, alcoholisch of niet-alcoholisch.

Buffet: Een servicestijl waarbij eten op tafel wordt uitgestald en gasten zichzelf bedienen.

Cateraar: Een persoon of bedrijf dat eten en drinken verzorgt voor evenementen.

Chef-kok: Een persoon die verantwoordelijk is voor het bereiden van voedsel in een restaurant of een andere eetgelegenheid.

Keuken: De kookstijl van een bepaalde regio of land.

Diner: Een klein, vaak door een familie gerund restaurant dat doorgaans eenvoudig, betaalbaar eten serveert.

Entree: Het hoofdgerecht van een maaltijd.

Voedselkosten: De kosten van de ingrediënten die worden gebruikt om een ​​gerecht te bereiden.

Voedselveiligheid: De praktijken en procedures die worden gebruikt om ervoor te zorgen dat voedsel veilig is om te eten.

Garnering: Een decoratie die aan een gerecht wordt toegevoegd om het visueel aantrekkelijker te maken.

Fooi: Een fooi die aan een server of een andere medewerker van de foodservice wordt gegeven voor goede service.

Ingrediënt: Een onderdeel van een gerecht.

Keuken: De ruimte waar eten wordt bereid.

Menu: Een lijst met gerechten die worden aangeboden door een restaurant of een andere horecagelegenheid.

Mise en place: De Franse term voor ‘alles op zijn plaats’, verwijzend naar de praktijk van het organiseren en voorbereiden van alle benodigde ingrediënten en apparatuur vóór het koken.

Beplating: De kunst om eten op een aantrekkelijke en smakelijke manier op een bord te schikken.

Recept: Een set instructies voor het bereiden van een gerecht.

Restaurant: Een bedrijf dat eten en drinken aan klanten serveert voor consumptie ter plaatse.

Server: Een persoon die bestellingen opneemt, eten en drinken bezorgt en service verleent aan klanten in een restaurant of andere horecagelegenheid.

Bijgerecht: Een gerecht dat bij het hoofdgerecht wordt geserveerd, zoals groenten, rijst of aardappelen.

Afhalen: Voedsel dat wordt besteld en meegenomen bij het restaurant of een andere eetgelegenheid, in plaats van dat het ter plaatse wordt geconsumeerd.