Wat aten de Europese mijnwerkers?

Vlees :Europese mijnwerkers consumeerden doorgaans gezouten rundvlees, varkensvlees of spek, dat werd geconserveerd om bederf in de mijnen te voorkomen. Dit vlees leverde voldoende eiwitten en energie op.

Brood :Brood was een hoofdbestanddeel van het dieet van de mijnwerker. Het werd vaak gemaakt van granen als gerst, rogge en tarwe, die koolhydraten en mineralen opleverden.

Gedroogd voedsel :Gedroogde bonen en erwten waren hoofdvoedsel voor de mijnwerkers. Ze waren rijk aan eiwitten en essentiële vitamines.

Kaas en boter :Kaas en boter waren populaire keuzes omdat ze calorierijk waren en langer bewaard konden worden. Ze voorzagen de mijnwerkers van calcium, eiwitten en vetten.

Ale :Ale was een basisdrank voor mijnwerkers en zorgde voor hydratatie en essentiële voedingsstoffen. Het werd vaak lokaal gebrouwen en werd gezien als een energiebron.

Havermout en pap :Havermout en pap waren populaire warme maaltijden voor de mijnwerkers. Ze vulden en zorgden voor duurzame energie.

Groenten en fruit :Verse groenten en fruit waren beperkt vanwege de barre omstandigheden in de mijnen. Indien beschikbaar, leverden ze essentiële vitamines en mineralen.

Specerijen :Zout en azijn werden vaak gebruikt om smaak toe te voegen en voedsel te conserveren.