Eten Getuigen vlees met bloed erin en niet-koosjer voedsel, zo niet, waarom?

Jehovah's Getuigen onthouden zich van het eten van vlees met bloed erin en van niet-koosjer voedsel. Deze praktijk komt voort uit hun interpretatie van Bijbelpassages, voornamelijk uit het boek Leviticus in het Oude Testament.

Vlees met bloed:Leviticus 17:10-14 stelt:"Elke persoon uit het huis van Israël of een vreemdeling die onder hen woont en welke vorm van bloed dan ook eet, ik zal mijn aangezicht tegen die persoon keren en hem afsnijden van zijn volk. Want het leven van het vlees zit in het bloed, en ik heb het jullie op het altaar gegeven om verzoening te doen voor jullie zielen, want het is het bloed dat verzoening doet voor iemands leven. Daarom zeg ik tegen het volk van Israël:Geen van u mag bloed eten, noch mag de vreemdeling die onder u woont bloed eten.”

Getuigen interpreteren deze verzen als een strikt verbod op het consumeren van bloed. Ze geloven dat bloed het leven vertegenwoordigt, en aangezien het leven aan God toebehoort, wordt het als heilig beschouwd en mag het niet geconsumeerd worden.

Niet-koosjer voedsel:Leviticus 11 schetst verschillende dieetvoorschriften, waaronder het onderscheid tussen reine en onreine dieren. Het verbiedt bijvoorbeeld de consumptie van varkensvlees, schaaldieren en bepaalde andere dieren. Getuigen beschouwen deze voorschriften als symbolisch en vertegenwoordigen geestelijke reinheid en zuiverheid.

Ze begrijpen dat deze specifieke voedingsregels in de eerste plaats bedoeld waren voor het oude Israël en mogelijk niet rechtstreeks van toepassing zijn op christenen van vandaag. Zij kiezen er echter voor om deze te volgen uit gewetenskwestie en als een manier om respect te tonen voor Gods normen van zuiverheid.

Door zich te onthouden van vlees met bloed en niet-koosjer voedsel proberen Jehovah's Getuigen hun gehoorzaamheid aan God te tonen en hun toewijding aan het volgen van de principes die in de Bijbel staan.