Tijdens de landbouwrevolutie in de 18e eeuw verhoogden rijke landeigenaren de voedselproductie met?

Door landbouwgronden in te sluiten in grote velden.

Vóór de landbouwrevolutie was de landbouw in Europa grotendeels gebaseerd op kleinschalige zelfvoorzienende landbouw, met gemeenschappelijke velden die door individuele huishoudens werden bewerkt. In de 18e eeuw begonnen rijke landeigenaren gemeenschappelijke gronden in te sluiten en deze te consolideren in grote, uit één stuk bestaande velden, een proces dat bekend staat als omheining. De omheining had een aanzienlijke impact op de voedselproductie. Het stelde boeren in staat de timing van het planten en oogsten te controleren, nieuwe landbouwtechnieken zoals vruchtwisseling te gebruiken en hun gebruik van meststoffen te vergroten. Deze veranderingen leidden tot een hogere landbouwproductiviteit en droegen rechtstreeks bij aan de opkomst van steden en industrialisatie.