Wat voor soort dingen aten de chumush-mensen?

Chumash was een Indiaanse stam die langs de kust van Californië leefde, van Malibu tot San Luis Obispo. Hun samenleving was afhankelijk van maritieme hulpbronnen zoals vis, schaaldieren en zeezoogdieren, maar ook van landbronnen zoals zaden, fruit en noten.

Vis en schaaldieren

De Chumash-mensen waren experts in de visserij en hun dieet was sterk afhankelijk van vis, vooral makreel, sardines, ansjovis en spiering. Ze vingen ook haaien, roggen en heilbot. Schelpdieren, waaronder mosselen, mosselen, oesters en zeeoren, waren ook belangrijke voedselbronnen.

Zeezoogdieren

De Chumash jaagden op zeeleeuwen, zeehonden en walvissen. Zeeleeuwen- en zeehondenvlees werd geconsumeerd en hun blubber werd gebruikt als brandstof en als afdichtingsmiddel voor hun boten. Walvisvlees was ook een belangrijke voedselbron en de baleinplaten werden gebruikt om gereedschappen en wapens te maken.

Landplanten

De Chumash-mensen consumeerden een verscheidenheid aan planten, waaronder eikels, buckeye, chia en manzanita-bessen. Eikels waren een bijzonder belangrijke hulpbron. Ze werden in de herfst geoogst, verwerkt en opgeslagen voor later gebruik.

Zaden, noten en fruit

Zaden en noten waren ook belangrijke voedselbronnen, vooral chia, pijnboompitten en verschillende soorten wilde vruchten zoals aardbeien, frambozen en bramen.

Insecten

Naast de bovengenoemde hulpbronnen consumeerden de Chumash ook insecten, waaronder sprinkhanen, rupsen en mieren.

De Chumash-bevolking had een uitgebalanceerd dieet dat sterk afhankelijk was van mariene hulpbronnen, maar ook terrestrische planten en andere bronnen omvatte. Hun dieet was zeer geschikt voor de omgeving waarin ze leefden en voorzag hen van de energie en voedingsstoffen die ze nodig hadden om te overleven en te gedijen in hun kustomgeving.