Wat aten mensen eind 17e en begin 18e eeuw?

Aan het eind van de 17e en het begin van de 18e eeuw varieerde het voedsel dat mensen aten afhankelijk van hun sociale status, geografische locatie en economische middelen. Hier is een algemeen overzicht van het dieet van verschillende groepen in die tijd:

1. Dieet van de hogere klasse:

- Rijke individuen en adellijke families genoten van een gevarieerd dieet dat bestond uit vlees, vis, gevogelte, groenten, fruit en snoep.

- Vlees zoals rundvlees, varkensvlees, lamsvlees en hertenvlees waren gebruikelijk.

- Gevogelte omvatte kip, eend, ganzen en kalkoen.

- Zeevruchten zoals oesters, kreeft, garnalen en diverse soorten vis werden geconsumeerd.

- Brood, gebak en taarten werden gemaakt met tarwemeel en boter, en werden vaak gezoet met honing of suiker.

- Er werd genoten van vers seizoensfruit, indien beschikbaar.

- Desserts waren onder meer custards, puddingen en fruittaarten.

2. Dieet van de middenklasse:

- Kooplieden, handelaars en de geschoolde arbeidersklasse hadden een dieet dat enigszins gevarieerd was, maar minder luxueus vergeleken met de hogere klasse.

- Vlees kwam over het algemeen minder vaak voor, waarbij gerechten als stoofschotels en soepen vaker werden geconsumeerd.

- Rundvlees, varkensvlees en kip werden vaak als vlees gegeten.

- Brood, ontbijtgranen en pap gemaakt met rogge, gerst of haver waren hoofdvoedsel.

- Groenten zoals wortelen, rapen, kool en bonen waren belangrijke bronnen van voedingsstoffen.

3. Dieet voor boeren en arbeiders:

- De meerderheid van de bevolking, inclusief boeren en landarbeiders, had vanwege hun economische situatie een beperkt dieet.

- Brood gemaakt van rogge, gerst of haver, vaak gemengd met andere goedkopere ingrediënten zoals zemelen of kaf, vormde de basis van hun dieet.

- Groenten zoals kool, uien, bonen en linzen werden vaak geconsumeerd.

- Vlees was over het algemeen schaars, met af en toe een consumptie van varkensvlees of spek, terwijl vis in de kustgebieden wel verkrijgbaar kon zijn.

- Zuivelproducten zoals melk, boter en kaas werden geconsumeerd als ze betaalbaar waren.

Het is vermeldenswaard dat er aanzienlijke regionale verschillen in het dieet bestonden als gevolg van verschillen in klimaat, beschikbare hulpbronnen en culturele praktijken. Methoden voor het bewaren van voedsel, zoals zouten, roken, drogen en beitsen, werden ook op grote schaal toegepast om de houdbaarheid van bederfelijke voedingsmiddelen te verlengen.