Hoe leidde het leren produceren van voedsel ertoe dat vroege beschavingen dorpen ontwikkelden?

Het vermogen om hun voedsel via de landbouw te produceren, voorzag hen van een betrouwbare bron van levensonderhoud zonder dat daarvoor uitgebreide seizoensjacht- en verzamelexpedities nodig waren. De landbouw was ook afhankelijk van een vast leven, wat aanleiding gaf tot de oprichting van semi-permanente en uiteindelijk permanente woningen en de nederzettingen van de eerste beschavingen begonnen huizen, dorpen en steden te bouwen en vestigden meer georganiseerde levenssystemen. Landbouwontwikkeling leidde tot een toename van de beschikbaarheid van voedsel, waardoor een grotere omvang van de nederzetting mogelijk werd. Overtollige productie in gevestigde omgevingen ondersteunde de specialisatie van het ambacht door de gemeenschap van extra voedsel te voorzien, waardoor bepaalde individuen toegang kregen.