Hoe kweek je poolbonen?

1. Kies een plantplaats. Stokbonen hebben volle zon en goed doorlatende grond nodig met een pH tussen 6,0 en 7,0. Als uw grond niet goed gedraineerd is, kunt u dit aanpassen door compost of zand toe te voegen.

2. Bereid de grond voor. Vóór het planten de grond tot een diepte van 12 inch bewerken. Als u compost gebruikt, meng dit dan met een snelheid van 2 tot 4 inch per vierkante voet door de grond.

3. Plant de zaden. Stokbonen moeten in het voorjaar worden geplant, na de laatste voorjaarsvorst. Plant de zaden 1 inch diep en 4 inch uit elkaar. Geef de zaden na het planten goed water.

4. Bouw een latwerk. Stokbonen hebben een latwerk nodig om op te klimmen. Je kunt een latwerk bouwen met verschillende materialen, zoals hout, metaal of plastic. Het traliewerk moet minimaal 1,80 meter hoog zijn.

5. Train de bonen. Terwijl de bonen groeien, train je ze om op het latwerk te klimmen. Je kunt dit doen door ze met een touwtje of touw aan het latwerk vast te maken.

6. Geef de bonen regelmatig water. Stokbonen hebben ongeveer 2,5 cm water per week nodig. Geef de bonen vaker water als het warm en droog weer is.

7. Bemest de bonen. Stokbonen moeten om de paar weken worden bemest. U kunt een uitgebalanceerde meststof gebruiken, zoals 10-10-10.

8. Oogst de bonen. Stokbonen zijn klaar om te oogsten als de peulen mollig zijn en de bonen op ware grootte zijn. Oogst de bonen door de peulen van de wijnstokken te breken.

9. Geniet van je bonen! Stokbonen kunnen vers, gekookt of ingeblikt worden gegeten. Ze zijn een heerlijke en voedzame toevoeging aan elke maaltijd.