Wie heeft donuts uitgevonden?

Er bestaat geen duidelijke consensus over wie donuts eigenlijk heeft uitgevonden, maar hier zijn enkele vaak genoemde verhalen over de oorsprong van de donut:

Hollandse Donuts: Sommigen suggereren dat Nederlandse kolonisten rond het midden van de 19e eeuw een gebakje bekend als 'olykoeks', gefrituurde deegballen gezoet met rozijnen of krenten, naar Noord-Amerika brachten. Deze vroege donuts werden vaak in verschillende vormen gedraaid of geknoopt, wat mogelijk leidde tot de ronde vorm van de donut.

Hanson Gregory: In 1847 wordt een 16-jarige Hanson Gregory uit Rockport, Maine, vaak gecrediteerd voor het vormgeven van de donut in zijn klassieke ringvorm. Volgens de populaire overlevering liet hij tijdens het werken op het zeilschip van zijn moeder per ongeluk een stuk deeg in een ketel met heet vet vallen. Het deeg zwol op en tot zijn verbazing was de binnenkant perfect gebakken. Vervolgens begon hij gaten in het midden te maken om een ​​gelijkmatige bereiding te garanderen.

Nederlandse immigranten en zeelieden: Een andere veel voorkomende theorie is dat Nederlandse immigranten en zeelieden begin 19e eeuw donuts in Noord-Amerika introduceerden. Ze maakten donuts aan boord van schepen terwijl ze reisden, en de lekkernij werd populair onder zowel zeelieden als de lokale bevolking in havensteden.

Elizabeth Gregory: Sommigen schrijven de uitvinding van donuts ook toe aan Elizabeth Gregory, de moeder van Hanson Gregory, in het begin van de 19e eeuw. Zij was misschien degene die donuts maakte volgens Hansons geperfectioneerde methode met gaten.

Het is belangrijk op te merken dat de exacte oorsprong en uitvinder van donuts onderwerp van discussie zijn, waarbij verschillende beweringen en historische anekdotes bijdragen aan het rijke culinaire erfgoed van het gebak.