Hoe komen boterkruiden aan voedsel?

Boterkruid (Pinguicula) is een vleesetend plantengeslacht uit de familie Lentibulariaceae. Ze komen oorspronkelijk uit verschillende delen van de wereld en groeien meestal in vochtige of moerassige habitats. Boterkruid vangt insecten en andere kleine organismen om hun opname van voedingsstoffen uit de bodem aan te vullen.

Het proces waarmee boterkruid voedsel krijgt, kan als volgt worden beschreven:

* Kleverige bladeren :Boterkruidbladeren zijn bedekt met kleine gesteelde klieren die een kleverige afscheiding produceren die slijm wordt genoemd. Dit slijm zorgt voor een glanzend oppervlak op de bladeren, analoog aan lijm.

* Insekten vangen :Wanneer een insect of een soortgelijke prooi het kleverige bladoppervlak aanraakt, raakt het verstrikt in het slijm. Hoe meer de prooi worstelt, hoe meer hij vast komt te zitten.

* Klierharen :De klieren op het blad scheiden spijsverteringsenzymen af ​​die het lichaam van het insect beginnen af ​​te breken en voedingsstoffen eruit halen. De prooi wordt langzaam opgenomen en geassimileerd door het boterkruid.

* Rollende bladeren :Bij sommige soorten boterkruid krullen de bladranden naar binnen zodra de prooi gevangen zit. Dit helpt voorkomen dat het insect ontsnapt en houdt het in nauw contact met de spijsverteringsenzymen.

Butterworts zijn voor hun voeding voornamelijk afhankelijk van insecten. Er is echter waargenomen dat ze andere kleine organismen consumeren, zoals spinnen, slakken en zelfs kleine amfibieën, als ze in contact komen met de kleverige bladeren.

Hoewel boterkruid voedingsstoffen uit hun prooi haalt, zijn ze nog steeds in staat tot fotosynthese. Hun groene bladeren kunnen normale plantprocessen uitvoeren, zoals het omzetten van zonlicht in energie door middel van fotosynthese. De eiwitten en andere voedingsstoffen die worden verkregen door het vangen van prooien kunnen echter hun groei en algehele gezondheid verbeteren in voedselarme omgevingen.