Wat zijn de functies van de placenta als het om voeding gaat?

1. Voedingsstoffenuitwisseling: De placenta maakt de uitwisseling van voedingsstoffen tussen de moeder en de zich ontwikkelende foetus mogelijk. Het bloed van de moeder, dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen, stroomt door de placenta en komt in de bloedbaan van de foetus. Het foetale bloed keert vervolgens terug naar de placenta, waar afvalproducten zoals kooldioxide worden verwijderd en terug naar de bloedbaan van de moeder worden getransporteerd.

2. Opslag: De placenta slaat voedingsstoffen en zuurstof op, zodat deze indien nodig beschikbaar zijn voor de foetus. Dit is belangrijk omdat de foetus niet in staat is zijn eigen lichaamstemperatuur of bloedsuikerspiegel te reguleren.

3. Vervoer: De placenta transporteert voedingsstoffen uit het dieet van de moeder naar de foetus. Deze voedingsstoffen omvatten eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen. De placenta transporteert ook zuurstof van de longen van de moeder naar de foetus en verwijdert afvalproducten uit de bloedbaan van de foetus.

4. Metabolisme: De placenta speelt een belangrijke rol in het metabolisme van voedingsstoffen. De placenta zet koolhydraten om in glucose, de belangrijkste energiebron van de foetus. De placenta zet ook eiwitten om in aminozuren, die worden gebruikt om nieuw weefsel in de foetus op te bouwen.

5. Regelgeving: De placenta reguleert de stroom van voedingsstoffen en zuurstof naar de foetus. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de foetus de voedingsstoffen ontvangt die hij nodig heeft om goed te groeien en zich te ontwikkelen. De placenta reguleert ook de hoeveelheid hormonen in het lichaam van de moeder, wat helpt de zwangerschap in stand te houden.