Hoe meet u de temperatuur van ontvangen voedsel?

1. Plaats de sonde. Steek de sonde van de voedselthermometer in het dikste deel van het voedsel en zorg ervoor dat deze het bot of vet niet raakt. Voor vloeistoffen dompelt u de sonde minimaal 5 cm in de vloeistof.

2. Wacht op de meting. Wacht tot de thermometer de temperatuurwaarde weergeeft. Dit kan enkele seconden duren.

3. Controleer de temperatuur. Vergelijk de temperatuurmeting met de veilige minimale interne temperaturen voor voedsel. Deze temperaturen zijn te vinden in de FDA Food Code of USDA Safe Minimum Internal Temperatures Chart.

Hier volgen enkele aanvullende tips voor het meten van de temperatuur van ontvangen voedsel:

  • Gebruik een gekalibreerde thermometer. Dit zorgt ervoor dat uw temperatuurmetingen nauwkeurig zijn.
  • Ontsmet de thermometersonde voor en na elk gebruik. Dit zal kruisbesmetting helpen voorkomen.
  • Meet de temperatuur van het voedsel zo snel mogelijk nadat het is ontvangen. Dit zal helpen ervoor te zorgen dat het nog steeds op een veilige temperatuur is.
  • Als u voedsel vervoert, bewaar het dan op een veilige temperatuur (40°F of lager of 140°F of hoger).
  • Gooi voedsel weg dat te lang op een onveilige temperatuur is bewaard.