Hoe voorkomt pasteurisatie voedselbederf?

Pasteurisatie is een proces waarbij vloeistoffen, meestal melk of vruchtensappen, gedurende korte tijd tot een hoge temperatuur worden verwarmd om potentieel schadelijke bacteriën te doden. Dit proces elimineert niet alle micro-organismen in de vloeistof, maar vermindert wel het aantal levensvatbare organismen, inclusief ziekteverwekkers, tot een niveau dat als veilig wordt beschouwd voor menselijke consumptie. Pasteurisatie werkt door het denatureren van de eiwitten, enzymen en nucleïnezuren van bacteriën, waardoor ze hun structuur en functie verliezen en zich niet meer kunnen voortplanten of ziekten kunnen veroorzaken.

De hoge temperatuur die bij pasteurisatie wordt gebruikt, helpt ook bij het inactiveren van enzymen die bederf kunnen veroorzaken, zoals enzymen die eiwitten, vetten of koolhydraten afbreken. Dit helpt de houdbaarheid van het product te verlengen door het natuurlijke proces van voedselbederf te vertragen.

Pasteurisatie wordt al meer dan een eeuw op grote schaal toegepast in de voedingsindustrie en wordt beschouwd als een belangrijke maatregel voor de volksgezondheid om het risico op door voedsel overgedragen ziekten te verminderen. Het is echter belangrijk op te merken dat pasteurisatie voedsel niet volledig steriel maakt en niet alle potentiële gevaren elimineert, zoals toxines die door bacteriën worden geproduceerd vóór pasteurisatie of besmetting die optreedt na pasteurisatie.