Wat gebeurt er als je een appel bakt?

Wanneer je een appel bakt, vinden er een aantal fysieke en chemische veranderingen plaats.

Fysieke veranderingen:

* De appel wordt zacht. Dit komt omdat de hitte van de oven de pectine afbreekt, een natuurlijke verbinding die plantencellen bij elkaar houdt. Naarmate de pectine afbreekt, worden de cellen van de appel zachter en wordt de vrucht malser.

* De appel krimpt. Terwijl de appel bakt, verdampt het water uit de vrucht, waardoor deze kleiner wordt.

* De schil van de appel wordt gerimpeld. Dit komt omdat de schil van de appel bestaat uit een laag cellen die dicht op elkaar zijn gepakt. Terwijl de appel bakt, verdampt het water in de cellen, waardoor de cellen krimpen en de huid rimpelt.

Chemische veranderingen:

* De suikers van de appel karameliseren. Dit komt omdat de suikers in de appel reageren met de hitte van de oven en een bruine, licht bittere verbinding vormen die karamel wordt genoemd. Dit is wat gebakken appels hun karakteristieke zoete en licht geroosterde smaak geeft.

* De zuren van de appel worden afgebroken. Het zijn de zuren in appels die ze hun scherpe smaak geven. Terwijl de appel bakt, worden de zuren afgebroken en wordt de vrucht zoeter.

* De smaakstoffen van de appel verdampen. Dit betekent dat ze in de lucht verdampen, waardoor gebakken appels hun karakteristieke aroma krijgen.

De combinatie van deze fysieke en chemische veranderingen zorgt voor een heerlijke en voedzame traktatie waar je zo van kunt genieten, of als onderdeel van een dessert.