Waarom mag LPG niet worden gebruikt voor het snijden van gas?

Om verschillende redenen wordt vloeibaar petroleumgas (LPG) doorgaans niet gebruikt voor het snijden van gas:

Hoge temperatuurvereiste :LPG heeft een lagere calorische waarde vergeleken met andere veelgebruikte gassen zoals acetyleen of zuurstof. Dit betekent dat het bij verbranding minder warmte produceert, wat onvoldoende is voor de hoge temperaturen die nodig zijn voor het snijden van gas.

Flashback- en veiligheidsrisico's :LPG is gevoeliger voor flashbacks bij gebruik voor gassnijden. Flashbacks treden op wanneer de vlam terug de toorts in gaat, wat mogelijk explosies kan veroorzaken. LPG heeft ook een breder ontvlambaarheidsbereik dan andere brandstofgassen, waardoor het risico op onbedoelde ontsteking toeneemt.

Carbonisatie :LPG kan leiden tot overmatige carbonisatie van het snijoppervlak, wat resulteert in sneden van slechte kwaliteit. Carbonisatie vindt plaats wanneer het brandstofgas reageert met het metaal dat wordt gesneden, waardoor koolstofafzettingen ontstaan.

Gebrek aan voorverwarmvlam :In tegenstelling tot gassen zoals acetyleen of propaan produceert LPG geen voorverwarmvlam. De voorverwarmingsvlam is essentieel voor het verwarmen van het metaal tot de gewenste snijtemperatuur voordat de snijzuurstof wordt geïntroduceerd.

Vanwege deze nadelen heeft LPG over het algemeen niet de voorkeur voor het snijden van gas. In plaats daarvan worden voor dit doel gewoonlijk gassen zoals acetyleen, propaan of aardgas gebruikt.