Welke micro-organismen zitten er in karnemelk?

Melkzuurbacteriën (LAB)

* LAB zijn Gram-positieve, staafvormige bacteriën die melkzuur produceren als hun belangrijkste fermentatieproduct.

* In karnemelk fermenteert LAB lactose, de suiker die in melk wordt aangetroffen, tot melkzuur. Dit proces geeft karnemelk zijn karakteristieke pittige smaak.

* Enkele van de meest voorkomende LAB’s in karnemelk zijn:

*Lactococcus lactis

*Lactobacillus delbrueckii subsp. bulgaricus

*Lactobacillus acidophilus

* Streptococcus thermophilus

Gisten

* Gisten zijn schimmels die zowel onder aerobe als anaerobe omstandigheden kunnen groeien.

*In karnemelk fermenteren gisten lactose tot alcohol en kooldioxide. Dit proces geeft karnemelk zijn licht gistachtige smaak en bruisende textuur.

* Enkele van de meest voorkomende gisten in karnemelk zijn:

* Kluyveromyces marxianus

*Saccharomyces cerevisiae

* Candida kefyr

Andere micro-organismen

* Naast LAB en gisten kan karnemelk ook andere micro-organismen bevatten, zoals:

* Propionibacteriën:Deze bacteriën zijn verantwoordelijk voor de productie van propionzuur, waardoor karnemelk zijn lichtzure smaak krijgt.

* Azijnzuurbacteriën:Deze bacteriën produceren azijnzuur, waardoor karnemelk zijn azijnachtige smaak krijgt.

* Microkokken:deze bacteriën produceren melkzuur en andere organische zuren, die bijdragen aan de smaak en textuur van karnemelk.