Hoe gebruik je het woord peper in een zin?

1. Ik voeg graag een beetje peper toe aan mijn roerei.

2. De pepperspray deed mijn ogen tranen en prikken.

3. De peperplant werd groot en gezond in de tuin.

4. Paprika's zijn een goede bron van vitamine C.

5. De zwarte peperkorrels gaven een lekker pittige smaak aan de soep.

6. Ik voeg graag peper toe aan mijn chili om het een beetje pit te geven.

7. De pepermolen werd rond de tafel doorgegeven, zodat iedereen wat kruiden aan zijn eten kon toevoegen.

8. De pepermolen werd gebruikt om de peperkorrels tot een fijn poeder te malen.

9. De peperkorrels werden geplet in een vijzel en stamper om hun smaak vrij te geven.

10. De peperstrooier werd gebruikt om peper over het eten te strooien.