Waarom maakt alcohol glas nat?

Het oppervlak van elke vloeistof bestaat uit een laag moleculen die sterker worden aangetrokken door de moleculen eronder dan door de lucht erboven. Deze oppervlaktespanning creëert een "huid" op het oppervlak van de vloeistof die niet kan breken.

Wanneer een druppel alcohol op een glasoppervlak wordt geplaatst, beginnen de alcoholmoleculen zich onmiddellijk te verspreiden en het oppervlak van het glas te bedekken. Dit komt doordat de alcoholmoleculen sterker door de glasmoleculen worden aangetrokken dan door elkaar. De aantrekkingskracht tussen de alcohol en de glasmoleculen is groter dan de oppervlaktespanning van de alcohol, dus de alcoholdruppel verspreidt zich en bevochtigt het glas.

Hetzelfde principe is van toepassing op andere vloeistoffen die glas bevochtigen, zoals water en aceton. De moleculen van deze vloeistoffen worden allemaal sterker door de glasmoleculen aangetrokken dan door elkaar, dus spreiden ze zich uit en bevochtigen het oppervlak van het glas.

Vloeistoffen die glas niet bevochtigen, zoals kwik, hebben moleculen die niet door de glasmoleculen worden aangetrokken. In feite worden de kwikmoleculen afgestoten door de glasmoleculen. Deze afstoting is groter dan de oppervlaktespanning van het kwik, waardoor de kwikdruppel bolvormig blijft en het glas niet nat maakt.